Wednesday, May 20, 2009

Gijs Gummie

Ik stond laatst in café de Pels in de Huidenstraat een aardig stuk in mijn kraag te zuipen. Gedrukt onder het lijden der gehele wereld, leek het mij een goed idee om te kijken hoe kundig en met zwier ik daar de bar overeind kon houden. Ik had gekozen voor de Pels omdat dat A: een van de weinige café’s binnen de ring is waar het rookverbod nog aan de laars gelapt wordt (niet verder vertellen) en B: dat daar een aardige conglomeratie aan kleurrijke types vertoefd.

Zo zat een meter of drie bij mij vandaan Michiel Romeijn, om en om zijn oude tong in de mond van een te jong meisje en Jonge Jenevers in zijn keelgat te proppen. Altijd leuk. Al snel stond er een aardig elftal fluitjes voor mij op de bar opgesteld en derhalve deed ik mijn jasje uit en stroopte ik mijn mouwen op; tijd voor het echte werk.

Dit was het moment dat Gijsbert Kramer (Gijs Gummie voor intimi in de Pels), bekend van cd recensies en gewauwel op de buis, zijn intrede maakte. Met pijn in zijn doorleefde kanis klom hij in een plek naast me aan de bar, griste een halve liter blik Euroshopper bier uit zijn binnenzak en begon deze met een duivelse grijns in een van mijn lege fluitjes te schenken.

“Gummie, goeiemiddag, zeg, je weet dat men hier flink gaat fronsen als je eigen consumpties in de Pels gaat nuttigen?”, bad ik hem bij wijze van groet, ondertussen druk wuivend naar het dienstertje voor reservespelers voor mijn elftal.

“Gelul, ik sta in de Volkskrant, ze mogen fronsen wat ze willen, zolang ze hun smoel maar houden”, blafte hij vrolijk, zijn eerste fluitje legend.

“Enfin, dat zal weldra jouw probleem worden, hoe gaat het, anderzijds?”

“BDR, ik kan je zeggen, het gaat lekker, die recensies schrijven is een goeie stiel, geld stroomt langs me handen als bij Koning Midas op zondagochtend –zeg, is dat Michiel niet?”. Gummie stond op, zijn plompe verschijning kukelde zijn barkruk om en zeeg in de richting van Michiel Romeijn om waarschijnlijk een nóg oneerbaarder voorstel aan het arme meisje te doen dan Michiel in zijn eentje mee bezig was.

Ik voelde een langzame misselijkheid opkomen. Niet alleen was het bier in mijn maag wat oververtegenwoordigd, maar er borrelde van allerlei schrijfsels van Gummie bij me omhoog. Gummie draagt namelijk bij aan het nederlandse peil van maagzweren door wekelijks (en soms vaker) een flinke krant- en andere lectuurruimte te vullen met een schier spreekwoordelijke middelmatigheid. Vragend om moeilijkheden besloot ik eens om verhaal te halen.

Ik stond op, griste het meisje uit de kluwen van beide heren en drukte haar teder op mijn barkruk, knikkend naar het voorgenoemde dienstertje om een paar glazen water en de zedenpolitie. Michiel slaakte een oerkreet, keek angstig om zich heen, onthand en bevreemd, griste zijn pakje sigaretten van een tafeltje en sprintte de bar uit.

“BDR, wat is dat voor hufterig gedrag, je weet toch dat ik voor de Volkskrant schrijf!?”. Gummie nam zijn verlies beduidend kalmer, stak een sigaret op en opende reeds een nieuwe Euroshopper pilseman.

“Gummie, over dat schrijven gesproken, ik ben geïnteresserd, hoe dóe je het toch – elke week weer?”, veinsde ik subtiel.

“Ah, je wil het geheim van de woordsmit weten – begrijp ik toch, jij zit daar toch vast op zo’n internetding en ik zit bij de Volksrant, maar kom, ik zal je matsen.”

“Gummie, je bent te goed.”

“Gelul. Luister. Wat ik doe. Ik krijg die cd’s opgestuurd, right? Kijk, ik haal die schijven uit hun verpakking, altijd lastig met dat plastic eromheen. Ter voorbereiding heb ik uiteraard zeker zo’n bier of twintig in m’n mikkie zitten, kunst komt niet zomaar aanwaaien per slot van rekening. Dus, wat ik doe, ik heb die schijf uit de verpakking, ik haal het boekje van de artiest uit het doosje en leg het op mijn keukentafel. En nu komt het, niet verder vertellen hoor!” Hij kwam wat dichterbij staan en zijn stem ging een aantal hertz naar beneden.

“Ik rits mijn gulp open en haal mijn penis uit mijn broek. Vervolgs schuif ik de CD eroverheen, let wel – ik heb een vrij kleine snikkel moet je weten , en langzaam draai ik de CD aan, strak kijkend naar het boekje op de tafel. Na zo’n dertig seconden draaien komt de CD tot aan mijn scrotum en op dat moment ren ik naar een blocnote en ram ik die recensie zo uit m’n pen!”

Van stomheid geslagen door zijn ontboezeming raakte ik in een soort catatonische staat, mijn kaak vertrokken, gal opborrelend naar mijn slokdarm, mijn ogen op half elf. Het is dat vijf minuten later de zedenpolitie het meisje aan de bar kwam ophalen en zij mij meteen maar opgelapt hebben, anders had ik het jullie niet na kunnen vertellen. Van Gijs Gummie was geen spoor meer te bekennen.


2 comments:

  1. Zo BDR - dat gaat enigszins in de richting van S.C.* stijl, maar dan minder fijnbesnaard doch beduidend sneller.......!
    De zedenpolitie was wel opvallend snel ter plekke.....nieuwe targets mbt de reactiesnelheid of wat???
    (*je zult toch maar schrijver zijn en je initialen klinken als essay..;-)))

    ReplyDelete
  2. he Gijs, ik wist niet dat je ook onder deze naam schreef ! sterke shit hoor.

    ReplyDelete