Sunday, January 29, 2017

Bla Bla Belastingen

Blijkbaar is er een marginaal levendige discussie omtrent de belastingen aan het smeulderen in Nederland. Naast het rondvliegen van allerlei loze uitspraken over ons particuliere stelsel (Het moet eerlijker voor gezinnen! Meld je nu, als een bezwaarschrift is zoek geraakt!) hebben we het zo nu en dan of we al dan niet belastingafspraken met multinationals moeten maken en als dit het geval is, of we deze dan openbaar moeten maken.

Ikzelf heb regelmatig hele goeie ideeën over hoeveel, hoe en wanneer ik belasting wil betalen, maar mijn voorstellen (uit persoonlijke sfeer) vallen op dovemansoren. (Om over bezwarende schriften nog maar te zwijgen.)

Wel kan ik op de website van de Belastingdienst precies lezen wat en wanneer ik moet betalen. Als ik in de toekomst een fatsoenlijke baan aan de haak heb geslagen, of eindelijk mijn eigen winkeltje in gepersonaliseerde kurken ga beginnen, weet ik wat mij te wachten staat. Hoeveel ik per kwartaal of jaar moet afdragen, welke bonnetjes ik wel en niet moet bewaren. Alsook accijns – zodra je die wodka, sigaretjes of ander gif koopt, staat het netjes vermeld. Dat maakt het caveat emptor wat makkelijker.

Vreemd genoeg, als een bedrijf meer dan een miljoen euro's met de vette vingers graait, door het afpersen van koffieslaven en hard werkende mensen in een slecht geventileerde elektronica loods in Taiwan systematisch de zelfmoord in te duwen, je op bezoek mag bij een of andere smeerlappen commissie en in onderhandeling mag over hoeveel belasting je betaald, zonder bezwaar, zonder schrift.

Als je er over nadenkt, is eigenlijk de Belastingdienst van mij. Van ons. Wij geven instructies aan dit instituut, voor eerlijke verdeling en het budgetteren van het algemeen nut. Ons algemeen nut. Zodat onze staat van sociale zaken tot dijken tot whatever kan betalen. Persoonlijk, heb ik graag dat dit netjes gaat. Dat er niet op een malafide manier geld binnenkomt. En, dat elke burger en bedrijf weet wat je moest betalen, wat je moet betalen en wat je in de toekomst moet gaan betalen. Om zo iedere burger een gelijke kans te geven.

Zo niet die multinationals die we in een achter afwerkkamertje uitnodigen en we onder de noemer: privacy van burgers staat gelijk aan privacy voor bedrijven, de regels buigen. We beschermen de privacy van burgers door iedereen inzake te geven in de regels, maar we beschermen de praktijken van bedrijven, door dat juist niet te doen. Bedrijven hebben grote invloed op de maatschappij. Als zij een misstap maken, kan dat grote invloed hebben op alle burgers (zowel binnen het bedrijf als daarbuiten.)

Een nader argument is dat wij (Nederland) misschien moeten concurreren met andere landen en daarom ons belastingstelsel aan moeten passen. Wat niets schreeuwt algemeen nut als een land gelijk een bedrijf leiden. Hoe logisch klinkt het dat alles wat met samenleven te maken heeft wordt bekeken vanuit het oogpunt van winstbejag voor aandeelhouders? Ik wil niet dat Nederland sterke kwartaalcijfers heeft, ik wil dat iedereen gelijkwaardig en waardig aan haar of zijn geluk kan werken.

Als we vanuit politiek draagvlak een afspraak maken: deze bedrijven, op basis van het feit dat ze zeer milieu of dier-vriendelijk zaken doen, geven we een fiscaal voordeel, is één ding. 
Als we zonder politiek draagvlak of inzage een afspraak maken: deze bedrijven, waarvan hun bedrijfsvoering zeer discutabel is, willen we lokken, zodat we er iets aan kunnen verdienen, is iets heel anders.

Als Nederland verdient aan vuige bedrijfsvoering in andere landen, is Nederland dientengevolge ook vuig. Ik ben best bereid om meer belasting te betalen om die vuigheid tegen te gaan en het gat op te vullen dat we creëren door Apple en kompanen correct aan te slaan. 

Ik hoop jullie ook.

Friday, January 20, 2017

Tromp, het varken.


Daar was ereis een mannetje,
dat veegde zijn stalletje.
Wat vond hij er in?
Een gouden, gouden dollartje,
Wat kocht hij ervoor?
Een vet, oranje varken.
Maar 't varken wou niet gaan
of 't moest gedragen worden.

Toen ging hij naar de poes:
-Poes, wil jij varken krabben?
Want het Varken wil niet gaan

De poes kwam krabben bij het Varken,
Maar het Varken greep de poes.

En het varken wou niet gaan.

De man ging naar de Dichter,
-Dichter, wil je het varken in vervoering brengen?
Want het Varken wil niet gaan.

Dus de Dichter kwam bij het varken aan,
Maar het Varken interrumpeerde: Ik heb de woorden! De beste woorden!

En het varken wou niet gaan.

De man ging naar de Rijke Stinkerd
-Stinkerd, wil je het varken afschrikken met je stank?
Want het varken wil niet gaan.

Maar, de Stinkerd had geen tijd,
hij was te druk bezig banen maken.

En het varken wou niet gaan.

De man ging naar de Fiscus.
-Fiscus, wil je het varken failliet verklaren?
Want het varken wil niet gaan .

Maar het varken geeft geen inzage,
Dus aan de Fiscus heb je niets.

En het varken wou niet gaan.

De man probeerde naar de Mexicanen te gaan,
Maar dat ging niet,
want het Varken had een muur gebouwd.

En het varken wou niet gaan.

En een varken dat maar niet wil gaan, wordt als maar vetter.
En een vet varken in je achtertuin, dat is niet mis.

Je kan er een hek omheen bouwen, maar dat is duur
Je kan het open laten liggen, maar dat is onguur.

Misschien moet je het in een wit huis plaatsen.


Of, misschien ook niet.

Tuesday, August 2, 2011

Te veel woorden: een parabel

Dus ik sta aan de toog van café-bar-praatmakkelijk Umlaut een dubbele water met veel ijs te drinken en de langste schaduw die ik ooit gezien hebt wrijft zich tegen mijn rechterschoen aan. Gecreëerd door een pront geplaatste straatlamp van onnavolgbare wattage en – ik lieg dit niet – de langste vrouw die ik ooit gezien heb. Ik herpak mezelf snel, een beetje lengte is per slot van rekening niet het gekste in de wereld en buig me verder over mijn solo scrabble spel op de bar.

Vanavond is een bijzonder goede avond en ik verbaas mezelf met een aantal zeer aardige scores, gemaakt met de woorden 'ficus', 'relax' en 'likeur', goed voor respectievelijk 33, 52 en 53 punten. Opeens steekt Vrouwe Geluk haar tong naar me uit en laat een veel te groot aantal klinkers op mijn rekje vallen. Sakkerloot. Het zweet parelt op mijn voorhoofd van een intense concentratie en zonder op te kijken druk ik mijn glas met ijswater tegen mijn linkerslaap aan. Ik sluit mijn ogen kort en arrangeer de rotletters in de virtuele wereld van mijn brein. Ik open mijn ogen weer en het is nog steeds donker.

De reuzenvrouw was naast mij komen staan en heeft daarmee al het licht in de Umlaut van mijn scrabblebord en mezelf afgenomen. Ze heeft helblauwe ogen die mijn bruine punaises kortstondig gevangen nemen en in mijn staren zie ik uit mijn ooghoek haar kolenschoppen van handen delicaat tussen mijn letterrekje en het bord bewegen. Zij verbreekt de toverspreuk met een knipoog en ik schrik wakker en kijk snel wat de schade op mijn spel is. Tot mijn grote verbazing: mijn letterrekje is leeg en zij heeft van mijn nutteloze klinkerscollectie het woord 'mat' op het bord toegevoegd tot 'onomatopee'. Ze leunt iets dichterbij en zegt: “Drie keer woord-waarde, en de bonus van vijftig, schrijf je het op, tijger?”

Zoals dit soort avonden gaan, stel ik na zeker toch wel drie á vier glazen ijskoud water voor of ze zin heeft om in mijn huis, onder het genot van wat Bach en misschien een olijf of tien gezamenlijk te scrabbelen. Zij reageert positief en we verlaten de Umlaut. Ik woon op zeven minuten afstand en na vier minuten bedenk ik me dat ik niet zo groot woon. Vrij klein zelfs. Shit.

Ik ga haar voor op de trap en open de deur en bezig me met de lampen aanknippen, de Bach aan te zetten en het scrabble-bord speelklaar te maken. Ik hoor een geïrriteerde kreun uit de gang en ik zie dat de amazone bijna dubbelgevouwen moet binnentogen om haar hoofd niet te stoten. Sterker nog: zij moet voorovergebogen blijven lopen, omdat het plafond van mijn sociale woningbouw woning te laag voor haar blijkt. Terwijl ik de naald in de groef van een grammofoonplaat laat vallen en er een Minuet begint te klinken, zie ik dat zij verstoord mijn huis rondkijkt, op zoek naar een stoel. Ik besluit haar uit de brand te helpen:

“Ehm, misschien gek, maar ik heb het idee dat je een stoel zoekt, maar ik kan je zeggen: die heb ik niet.” Zij kreukt haar wenkbrauwen in elkaar.

“Dat is inderdaad gek, waarom niet, als ik mag vragen?”

“Nou, ik heb het idee dat als je staand dingen doet – zoals scrabbelen, dat je bloed beter circuleert, en dat je dan door dat beter circulerende bloed beter kan nadenken.”

“Ja, Jezus, wat moet ik dan – als een gebochelde spelen? Op de vloer zitten, als een hond?”

Bang dat de geniale vriendelijke reuzin misschien wel vlucht van mij omdat ik geen stoelen heb sputter ik het eerste wat in me opkomt.

“Maar, maar, dat is geen punt, mijn neef was hier laatst, die is aannemer moet je weten, en hij heeft wat gereedschap laten liggen. Ik kan, als je wilt, het plafond wel iets voor je verhogen.” Dit bleek niet helemaal wat ze wilde horen. Haar wenkbrauwen kropen nog verder naar elkaar toe en ze richtte zich op een zo intimiderend mogelijke manier op, ondanks haar gebogen houding.

“WAT zei je daar?!”. Ik kromp ineen en deed onbewust een stap naar achteren, recht tegen mijn grammofoonspeler aan. De naald knarste en ratelde van de plaat. Bach maakte plaats voor een ruis.

“Ehhh. Nou. Ehhm. Gewoon. Ik ehh. Ik kan het plafond iets verhogen. Als je wilt. Als dat aangenamer zou zijn. Voor jou. Aangenamer. Voor jou.”

“Ben jij een soort racist ofzo?!” Spuwde ze van tussen haar ivoren wegversperringen. Om haar ongenoegen bij te staan haalde ze uit haar handtasje een glimmend handkanon, die naast het doodschieten van mensen ook wel gebruikt kan worden voor het neerslaan van koeien, ossen en andere evenhoevigen. Ik maakte de fout om bij de introductie van het wapen paniekerig naar mijn meest dierbare bezit te kijken: de teddybeer op mijn bed. De reuzin bleek een geoefende psychopaat en merkte dat op en in een knipper had ze Mister Fuzz te pakken en haar kanon tegen zijn slaap gedrukt.

“Nee, sorry! Ik meende het niet van dat plafond! Het was maar een gebbetje!”, kermde ik.

“Oh?! Je vind het leuk om gebbetjes te maken over iemands lengte?!”, beet ze me toe.

“Nee, het spijt me! Niet Mister Fuzz! Ik geef op! Het plafond blijft waar het is.” Ze liet mijn toegeven even op zich inwerken en langzaam bewoog ze het pistool van de beer vandaan.

“Hmmm. Vooruit. Ik wil wel met je scrabblen. Maar, je kan niet zomaar grappen maken en plafonds verhogen en denken dat dat allemaal door de beugel kan. Weet je wat. Ik houd de beer voorlopig bij me. Enne,”. Ze keek de kamer rond, “geef me ook maar dat pakje aspirines dat daar ligt. En wat is dit?” Ze keek naar mijn boekenkast.

“Een eerste druk van Wealth of Nations? Boefje. Die is nu ook van mij.” Gedecideerd plaatste ze het pistool, de beer, de aspirines en Wealth of Nations in haar handtas. Ik begon op automatische piloot het scrabble-spel klaar te zetten. Nadat alles gereed was kwam ze naast me staan, gebogen, onbeholpen en ongemakkelijk. Ze gaf me een knipoog.

Friday, October 30, 2009

Open Deur, of: Nadenken - Waarom Niet?

Luister losers. (jullie weten wie jullie zijn) Ik heb slecht nieuws voor jullie: de excuses raken op. Het zwaktebod van goh, dat wist ik niet is op sterven, zo niet al wijlen. (zie ook: opdepof)

Als iets ons geleerd heeft van het recente DSB gelul is het wel dat 1) de meeste financiële instellingen criminelen zijn en dat 2) je GOED MOET LEZEN voordat je ergens je handtekening onder zet. (zie: koopsompolissen) Het is wachten totdat de volgende bank omvalt en de goegemeente weer in de hoogste boom klimt.

Met betrekking tot de Mexicaanse Griep: van allerlei gelul en in drie maanden (weetikveel) zijn er 2 doden gevallen en een aantal mensen voelden zich een paar dagen 'niet lekker'. Een korte blik op de statistieken van, oh, bijvoorbeeld andere soorten griep, leert ons dat 'gewone' griep even ziekelijk/dodelijk is. Wel goed dat we er zoveel over gepraat hebben. En die paniek enzo.

Dit brengt ons bij het tweede punt: shit die je in de krant leest, is niet altijd waar. Sterker nog, het mééste wat je in de krant leest is niet waar. Toch vreemd dat nog niet iedereen dat abonnement heeft opgezegd en des ochtends gewoon achter het internet wat nieuws inwint. (prijsvraag van de maand: welke krant heeft het meest opgeklopte, feitelijk onware nieuws, maar verkoopt het best? Voor de bonusvraag: waarom zou die correlatie er zijn? Voor de bonus-bonusvraag: wat betekent 'correlatie'? )

Snel verder zappend komen we bij het feit dat de aarde wat aan het verslonzen is. Her en der stijgt een zeespiegeltje, links en rechts wordt het wat warmer (iets met fossiele brandstoffen), af en toe vind men wat gedumpt gif en aanverwante in een zee/rivier/natuurgebied. Blijkt nu: daar zijn wij verantwoordelijk voor geweest. Sakkerloot! Wat een nieuws. Goed dat we het er nu af en toe over hebben. En er verbouwereerd over zijn. Vooral dat.

Mensen mogen graag klagen over bureaucratie. Het is allemaal zo moeilijk om iets gedaan te krijgen bij je kabel-provider. Het duurt zo lang om iets bij je bank gedaan te krijgen. Het is zo tijdrovend om iets bij je verzekeraar betaald te krijgen. De gemeente doet er duizend jaar over om een vergunning af te geven om die roze flamingo's op je dak te plaatsen. Tsjongejonge. Maar Hé! Wacht eens. Zo ongeveer 90% van alle Nederlanders werkt bij die instellingen. Ik zie hier een overduidelijke clou in een tekstballonetje hangen....ehh........GA JE WERK GOED DOEN EN HOU OP MET ZEIKEN.

Politici hebben grote moeite om aan de ene kant hun plannen uit te voeren en aan de andere kant om hun plannen goed uit te voeren. Dit is natuurlijk een teleurstelling voor veel mensen. Maar, als je er even over nadenkt: JIJ hebt voor die idioten gestemd destijds. Is natuurlijk pijnlijk, verantwoordelijkheid. Maar wel waar.

Ik kan zo nog wel even doorgaan, maar voor de snelle lezers onder U zal ik maar snel inhaken op de moraliserende conclusie. In de meeste gevallen waarin er in uw leven iets misgaat, U bedonderd wordt, miskend bent, enzomeer, had U met een korte gedachtegang al deze zaken kunnen ontlopen. Nu weet ik, het is moeilijk om overal over na te denken. Het is ook veel lekkerder om gewoon een pizza te ontdooien en kwijlend voor een televisie te gaan zitten. Maar wees U bewust: de wereld wordt kleiner, het internet is overal, kennis wordt wijder verbreid en langzaam maar zeker zult u daarmee de verantwoordelijkheid moeten gaan dragen. En de excuses raken op.

Ik raad U aan, wees wijs, bedachtzaam en bewust. Want we komen eraan en we hebben geen tijd en zin om tekst en uitleg te geven, en we hebben geen mededogen met dommeriken.



Tuesday, October 27, 2009

Griepje

De koude rillingen schoten door mijn lichaam. Ik lag gespreid, mijn ledematen lukraak verdeeld over het matras en ik zag geen reet. Ik hoorde gedempte vogels en bouwvakkers door het dekbed komen - alhoewel, ik was bedekt door iets zachts, maar het voelde beduidend anders aan den mijn vertrouwde lakens. Ik kreeg nog een golf rillingen over me heen en met een spastisch, verzwakte molenwiek gooide ik de dekens van me af.

Bij het aanvoelen van het daglicht begonnen mijn ogen te tranen en met twee motorisch gestoorde vingers pulkte ik het slaapzand uit mijn oogkassen. Oogkassen, waar overigens een hartslag in klopte als een koppel pauken in een vliegtuighangar. Langzaam begon het bewustzijn te dagen, en wat bleek: ik was niet bedekt door mijn dekbed, maar ik was onder een levensgrote fucking Sombrero in slaap gevallen.

Nou was dit niet de eerste keer dat ik met een vreemd voorwerp wakker geworden was (verkeerspilon, fotoalbum, pak vla, halve kerstboom, een meisje - etc.), dus ik probeerde zo snel mogelijk mijn hersenen aan te jagen en mij te herinneren hoe ik aan Sombrero Maximus was gekomen. Maar, ik had zo'n knallende hoofdpijn, ik vond het maar moeilijk concentreren. Ik besloot eerst maar een kopje koffie in mijn systeem te injecteren.

Rillend en een tikkeltje verdwaasd stapte ik uit bed en nam nog geen twee stappen of de zool van mijn voet maakte contact met iets overduidelijks glibberigs en glasachtigs en ik smakte steil voorover. Het vloer-contact gaf een extra dimensie aan de voorgenoemde hoofdpijn en toen ik rechtop kroop zag ik de boosdoener van mijn glijpartij: een fles Black Death Tequila. Sterker nog: deze fles had een drietal lege broers meegenomen, her en der rond mijn vloer verspreid.

Op zich zou dit een hoop van mijn symptomen verklaren, ware het niet dat ik sinds mijn jonge jaren dat vreselijke goedje voorgoed heb afgezworen wegens een sterk ontwikkelde smaakaversie jegens dat spul, na een slecht geïnformeerde inname. (ik drink liever chloor dan tequila)

Perplex schuifelde ik richting de keuken, mijn hoofd brekend over deze vreemde ochtend. In de hal kwam ik huisgenoot D tegen, die blijkbaar in de 27 uur dat ik hem niet gezien had een forse, krullende snor had laten groeien. Ik knipperde een aantal keer, maar hoeveel vocht ik ook over mijn netvlies liet vloeien, die snor bleef maar zitten. Wel merkte ik op dat hij twee aangenaam stomende mokken in zijn handen had met daarin een aantrekkelijk zwart brouwsel. Huisgenoot D en zijn koffie zijn sinds jaar en dag mijn persoonlijke beschermengel. Traditioneel griste ik een mok uit zijn handen en nam een slok alvorens hem een goede morgen te wensen. (ook in ons huis is zwijgen goud)

In nam een diepe teug, in de hoop dat alle surrealistische zaken als een kater voor de zon zouden verdwijnen, maar zodra de vloeistof over mijn tong en verhemelte stroomde merkte ik dat de vloeistof in kwestie geen koffie betrof. Een zoete rum en chocola zweem lag over de bittere koffiesmaak heen en in een reflex spoog ik de grote slok tegen de muur aan mijn rechterzijde.

Gat. Ver. Damme.

Een lichte paniek begon zich meester van mij te maken en terwijl ik de laatste restjes gore semi-koffie uit mijn longen hoestte, baande ik mij naar de badkamer om daar een koude douche te gaan nemen, hopende dat deze belachelijke nachtmerrie op zou houden. Ik opende de badkamerdeur met een fikse ruk en schrok mij een ongeluk. In mijn kleine toilet-douche combinatie had één of andere praktische grappenmaker zo'n één-en-veertig joekels van cactussen geïnstalleerd.

De psychosomatische schrok bij het zien van zoveel prikkers werd mij teveel en droog-hoestend, hart-kloppend en hoofd-pijnend zeeg ik ineen en werd alles zwart voor mijn ogen. Voor dat ik het bewustzijn verloor, leek het wel alsof het piepende, schrapende stemmetje van Mary Servaes mij in een diepe slaap vergezelde.

Tuesday, September 15, 2009

Koffietijd!

De meeste producten hebben tegenwoordig een differentiatie met betrekking tot prijs en kwaliteit. Zo ook het doodgewone bakkie pleur dat wij allen dagelijks tot ons nemen. Sommige mensen zweren nog bij hun ouderwetse koffie-zet-apparaat (Mensen Zoals Ik), hebben de geneugten van de Senseo als hoogste goed (Andere Mensen) en er zijn mensen die een waarachtig koperen fabrique hebben aangeschaft die de halve keuken vult en (blijbaar) verrukkelijke espresso en dergelijke produceert. (Mensen Met Teveel Geld) Uiteindelijk gaat het ons toch om de caffeine, maar het is altijd vermakelijk om mensen hierover te horen discussieren, de rijkheid en variatie van het leven is immers waar het om gaat hier op aarde.

Een tijd geleden mocht ik tijdens een dergelijke sessie vernemen dat er koffiebonen bestaan genaamd Kopi-Luwak en dit betreft een bonensoort die zijn (haar?) smaak ontleend aan de avontuurlijke reis die deze bonen afleggen alvorens bij een speciaalzaak terecht te komen, namelijk, via de darm (zowel dik als dun) van een Filipijnse Loewak-Kat. Vervolgens zijn er mensen in de emplooy om de bonen van de voorgenoemde katten-kak te scheiden om deze vervolgens op de markt beschikbaar te maken. Afgezien van de gezonde kokhalzingen die mijn slokdarm al maakt bij het idee van het drinken van koffie van die bonen, vraag ik mij bij het horen van dit heugelijke nieuwtje dus vooral af hoe iemand dit in godsnaam ontdekt heeft.

Denk even mee. Halverwege de jaren negentig zitten alle koffie-moguls (mogullen?) met hun handen in het haar. Na de frappachino is er niets meer te bedenken door de doorgesnoven marketingidioten en op een goede woensdagochtend roept een koffie-mogul (Douwe? Max? Kanis?) zijn hoofd van de Nieuwe Ontwikkelingen bij zich:

"Willem! Godverdomme, we hebben iets nieuws nodig. Hier is een ticket naar de Filipijnen, vind nieuwe koffie of het is je scalp op mijn bureau!"

Willem, geheel in tropen-outfit en met een diepgewortelde koloniale instelling toogt naar de Filipijnen. Daar aangekomen infiltreert hij van allerlei rokerige kroegen en opium-holen totdat hij toevallig de mogelijkheid ziet om luistervinkje te spelen bij een drietal koffie-smokkelaars. Hij leert over een nieuwe soort boon, diep verscholen in de verradelijke jungle van de Filipijnen. Eureka!

Hij casht de volgende morgen zijn reischeques in en huurt de diensten van een plaatselijke gids/sherpa M'Bongo. Bepakt en bezadeld trekt M'Bongo achter Willem aan het oerwoud in en met een bamboe-stok niet dikker dan zijn duim maant Willem M'Bongo tot snelheid en resultaat. (ik zei het al: koloniale houding) Na een volle dag zonder iets dat ook maar op een koffieboon lijkt besluit Willem om het kamp op te zetten. Met een paar fikse halen van zijn stok dwingt hij M'Bongo tot het opzetten van de tent en het maken van een kampvuur. M'Bongo ondertussen voelt zich steeds slechter over zijn carrière-keuzes, maar de lange arm van de koffie-mogul reikt ver en hij voelt dat de optie om Willem te verlaten niet meer aanwezig is.

Dit gaat een paar dagen zo door. Willem foetert M'Bongo uit en de expeditie lijkt op niets uit te lopen. Totdat op een morgen Willem zichzelf niet meer kan beheersen en keihard M'Bongo begint te meppen, onderwijl verwijten schreeuwend over het niet vinden van de gedroomde nieuwe koffiebonen. Bebloed en strompelend wordt M'Bongo het kamp uitgejaagd onder de verwensing dat hij zonder bonen niet terug hoeft te komen.

Snikkend en stotterend stuit M'Bongo na een lange tocht uiteindelijk met zijn linkervoet op een stomend hoopje katachtige uitwerpselen. Ook dat nog. Hij begint zijn voetzolen af te vegen aan een nabije boom en tijdens het vegen merkt hij dat er kleine boontjes tussen de penetrante kattenflets verborgen zitten. Als in een trance stopt hij er één van in zijn mond en na een korte omwerveling rond zijn tong en verhemelte kan hij het niet meer ontkennen: Dit Is Een Koffieboon!

Juichend en joelend van zijn ontdekking brengt hij de boon bij Willem. Samen malen ze de boon en zetten er een vingerhoedje koffie van. Wat blijkt? Hemels.

Enkele maanden later is Willem terug met de volle steun van de Koffie-Mogul (Douwe? Max? Kanis?) om een leger aan katte-kak-peuteraars in te zetten om alle bonen in de wijde omgeving in te lijven in de product-range van zijn werkgever. Zodra er genoeg bonen geoogst zijn en de marketing-machine op vollen toeren draait, blijkt het publiek onherroepelijk te zitten wachten op deze exquise en vrij prijzige koffie. En op een dag zijn twee koffie-afficionados gezellig het weetje over de katten-bonen te delen en mag ik het met mijn gespitste oortjes opvangen.

Mooi.


Wednesday, September 9, 2009

Kaartje Leggen - Niemand Zeggen

Binnen een typisch Nederlandse traditie mag ik graag, onder het genot van leuke mensen en al dan niet alcoholische versnaperingen mijzelf engageren in een gezelschapsspelletje. Van oudsher zijn de winters hier lelijk nat, dus de zondagmiddag is uitgelezen voor het gezamelijk borden van een gansje, het ergeren van een Mens niet, het jassen van een Klavertje en het jagen op Harten. Geheel in het verlengde van onze (whatever) kijk op gezelligheid.


Sinds een aantal jaren / maanden blijkt echter het tijdsverdrijf pokeren, in een sociale sfeer (of in de online versie) zeer aan populariteit te hebben gewonnen onder de Nederlandsche bevolking. Van die pokerij ben ik minder te spreken. Zoals algemeen bekend is het introduceren van een monetaire component binnen een spelletje funest voor de bijbehorende lol die er te halen valt. Iedereen die wel eens een weddenschap verloren heeft of bijvoorbeeld een verlepte man (altijd mannen) achter de gokkast in de plaatselijke snackbar of bruine kroeg heeft zien staan kan dit beamen. Daarnaast, in het kader van de skill die er bij het pokeren komt kijken zijn de kaarten vrij snel geschud, namelijk die is recht evenredig met het niveau kansberekening van de speler gecombineerd met in hoeverre de speler over "stalen zenuwen" beschikt. Beide plafonds binnen de leer-curve zijn snel bereikt, alhoewel het besef hiervan niet bij de meeste pokeraars aanwezig blijkt te zijn.


Gelukkig doen dat soort zaken er niet toe bij het besluit om mee te doen aan de poker-tombola en als een soort olievlek van opium is het steeds normaler en sociaal geaccepteerder geworden om dagelijks eens lekker achter de pc aan je gokverslaving te werken. Natuurlijk, zoals elke verslaafde, zijn de lulsmoesjes van die poker-jokers niet van de lucht: Het is geen kans-spel, want ik heb een systeem, ik speel alleen om kleine bedragen, het is alleen voor de gezelligheid.


Allemaal Gelul.


Natuurlijk ben ik niet zo begaan met mijn medemensen dat het mij ene lor uitmaakt wie hoeveel euros over wat voor balk smijt, maar toch ondervind ik last van dit kaart-gelazer. Zoals elke hobby sluipt namelijk het jargon en de beschrijvingen van individuele ervaringen langzaam, maar zeker binnen de conversaties in het dagelijks leven. Persoonlijk vervullen deze uitingen mij met een nieuwe, zeer ver geëvolueerde vorm van irritatie en weerzin. Zodra zinnen als 'en toen, op de flop, was er die ruiten, en had die andere eikel een flush' er uit iemands mond komen rollen, is de eerste associatie toch dat het om een anekdote over een stoelgang gaat. Ik weet niet hoe U hierover denkt, maar ik hou liever elke verwijzing naar de stoelgang buiten mijn conversationele arena.


Ook in kranten, op televisie, op het internet (die pop-ups!) en aanverwante komt die rommel steeds vaker naarboven, en voor mij staat al dat poker-geschreeuw toch qua amusements-waarde gelijk aan een man in een lege kamer die een munt opgooit en iedere keer als kop boven komt, een tien euro briefje uit het raam flikkert.


Dus, ik wil U dan ook manen tot stilte en vriendelijk (nou ja) vragen om als u zich (terloops) Binnen De Ring bevind, uw poker-gelul bij de Ring achter te laten en tijd wil besteden aan het ontwikkelen van bijvoorbeeld een gevoel van humor of U verder bekwaamt in de gouden kunst van de Stilte.