Tuesday, July 28, 2009

Terug

Met een soepele buiging van het rubber van de zool van mijn ecologisch verantwoorde sneaker valt mijn rechtervoet op het perron van het treinstation. De linkervoet volgt en ik haal diep adem. De herinnering aan de verse lucht van een bosrijke omgeving laat een fantoom achter in mijn neusgaten, om snel plaats te maken voor de stadse geur. Gemarineerd, menselijk, fossiele brandstoffen, de stadse geur is dik en druiperig en log en - op de één of andere manier - inspirerend.

Ik neem een aantal stappen en met een onbeholpen zwaai gooi ik mijn zware tas over mijn linkerschouder en frummel een sigaret uit een pakje en steek hem aan. Witte letters in slecht lettertype op een blauwe achtergrond melden mij dat ik op Amsterdam Zuid sta en het panorama aan mensen is overweldigend. Skaters, gangsters, kakkers, oudjes, kinderen, kinderwagens, mobiel gekwetter, de hele rataplan. Ik zet mijn gelaat op neutraal en schuifel naar een ander perron; een die metro's bediend.

De treinreis duurde een niet onaangename twee-en-een-half uur en langzaam kruipt de herinnering van drie weken in het Nederlandse achterland naar de achtergrond van mijn achterhoofd. Begrijp me niet verkeerd, ik had óók niet bedacht dat ik het hier binnen de ring zo zou missen.

Momentjes komen en gaan en ik sta buiten een metrostation, de zon op mijn haren en ik wandel. Flatgebouw, bouwput, stoplicht, viaduct, Turks bakkertje, tattoeage shop, pizzeria, Keurslager, rotonde, trambaan, fietsers, auto's, voorbijrazende ambulance, halfnaakte mensen op het gras met een barbecue en 40 veertig vrienden eromheen, een viool uit een dakraam, een buurman die zijn fiets op de stoep fixt, berg afval op de hoek van de straat: luiers, halve koelkast, monitor uit 1978, Albert Heijn tas, toiletrol - viezigheid.

Ik steek de sleutel in mijn voordeur, manouvreer langs de fiets in de gang, stap 18 traptreden op, ik zie geen reet met mijn zonnebril op, maar afzetten is geen optie, de zware tas heeft voorrang, steek de sleutel in de volgende deur, gooi de tas in de gang en de telefoon gaat, ik loop de huiskamer binnen en neem de hoorn van de haak en ik hoor na drie weken een mensenstem en de tranen springen in mijn ogen.

Thuis.

2 comments:

  1. Zonder iets te willen afdoen aan je prachtige proza- komt het toch even in mij op dat je tranende ogen wellicht ook verband houden met vervuilde stadslucht of het niet luchten van jouw woonplek tijdens je afwezigheid...?
    Ik woon Buiten De Ring.
    (tikte zij totaal overbodig;-)))

    ReplyDelete
  2. scherpzinnig,observerend en tot de verbeelding sprekend, ik schrijf geen woord meer, zit vanaf nu in een existentieel gat met een fles Hendriks als gezelschap in het Oosterpark, maak mij maar wakker als de zon gaat schijnen.

    ReplyDelete