Saturday, September 5, 2009

Een Brug Te Ver

Zoals eerder vermeld is en blijft het openbaar vervoer zowel binnen de ring als daarbuiten een kwelling en is wetenschappelijk vastgesteld dat het gebruik daarvan bijdraagt aan de aftakeling van de ziel. Dus, als enig alternatief blijft de fiets over. Hier is door de jaren heen veel over gezegd, maar ondanks dat wil ik als laatkomer hierover nog een duit in het zakje doen.

Gisteren vliedde ik mij naar een niet nader te noemen locatie en mijn mint-groene beestje had er zin in. De zon scheen nog flink en het herfstonweer was nog mijlenver weg. Ik reed een niet nader te noemen straat uit en aan het einde van deze straat is één van onze vele pittoreske bruggetjes te zien en deze brug stond open. Geen punt, ik had geen haast en een aangenaam stukje muziek uit de jaren negentig (niet nader te noemen) op het koppie, dus ik minderde vaart en schoof aan bij de rest van de wachtende wielers. Daar ontvouwde zich het volgende tableau:

De weg is daar opgedeeld in twee delen met daartussen een doorgetrokken witte streep. Het rechterdeel van de weg is bedoeld voor de fietsers die weldra, na het passeren van de boot, naar voren zullen gaan en het linkerdeel is bedoeld voor de fietsers die van de andere kant komen. Een tweetal slagbomen weerhouden de fietsers van een waterige dood. Tot dusver is alles prima. Dan gebeurde het volgende: een bromfiets, overduidelijk geassembleerd in Oost-Duitsland vóór het vallen van de Muur door team van Communistische Mollen komt aanrijden, negeert de netjes opgestelde fietsers (mij incluis) en plant zijn ruftende, rijdende kolenmijn tússen de twee slagbomen in en begint lekker te pruttelen. Één van de medefietsers, ik vermoed een biologie-leraar aan de hand van zijn geitenwollen sokken en sandalen besluit niet mee te willen doen aan de rook-show wurmt zijn fiets diagonaal naar achteren. Hiermee raakt hij een fietsfabriek-bakfiets met een drietal kinderen hierin en door de schok wiebelen de blonde krulletjes op de kinderhoofdjes (áltijd typisch Arische koters in zo'n bakfiets, maar dat is voor een andere keer) en de Power-Mom die de bakfiets bestuurd verwijderd haar mobiele telefoon van haar brallende hoofd en besluit verhaal te halen bij Biologie-Fiets.

Gelukkig hoor ik niets van deze interactie, want mijn lekkere jaren negentig muziek (niet nader te noemen) staat precies om deze reden op volume 5000. Ik wend mijzelf af van dit pathetische gelazer en kijk eens verder. De boot waarop wij allen moeten wachten heeft ondertussen het midden van de doorvaart bereikt en ik voel een lichte spanning in mijn onderbuik - dit betekent dat ik weldra hier weg mag en de gerijpte, Amsterdamse wind binnenkort weer door mijn haren zal vliegen. Dan zie ik het volgende: in navolging van de kleine, mobiele kerncentrale hebben een stuk of acht randdebielen zijn voorbeeld gevolgd en ik vind mijzelf deel van een waar cohort fietsers, opgesteld in een ruit, de hele breedte van de weg innemend en er bekruipt mij het gevoel dat ik mij plots op een soort veldslag anno 1700 bevind en dat wij straks met fiets en bakfiets de Kikkers zo eens laten zien hoe een bayonet werkt. Mensen staan briesend voor de slagbomen, voeten worden aggressief op trappers heen en weer bewogen en iedereen staart bevlogen naar de overkant.

De brug begint langzaam naar beneden te gaan en zodra mijn kijklijn tot aan de overkant reikt, blijkt dat ook daar dezelfde gekte zich meester heeft gemaakt en staat iedereen als een vuurlinie opgesteld. Jezus Aloïsius Gristus! Het is elf uur in de ochtend, waar haalt iedereen de energie vandaan voor dit soort shit. Als die bomen omhoog gaan zit echte tijdswinst er niet in voor mijn mede-reizigers en als je écht haast had zat je wel in een taxi.

Met een verlossend rinkeltje beginnen de bomen te rijzen en de eerste freaks schieten - gebukt over hun stuur - ervandoor. De veldslag is begonnen. Ikzelf doe hier niet aan mij en uiterst lijzig druk ik een trapper naar beneden en tik ik vrolijk op mijn handvatten in de maat van de heerlijke jaren negentig muziek (niet nader te noemen) die uit mijn oordopjes in mijn oorschelp klinkt. Wonder boven wonder is iedereen toch vrij kundig en op het laatste moment ritst iedereen naar de juiste fietsbaan en overleeft iedereen de rit over de brug. Ik laat mij door de zwaartekracht en mijn momemtum naar beneden rijden aan de andere kant en ik probeer dit vreemde brug-fenomeen uit mijn hoofd te bannen. Dan klinkt er een klein stemmetje in mijn schedel - over tien minuten komt er weer zo'n brug. Ik bid tot Jezus Aloïsius Gristus dat die niet óók open staat.

1 comment: